26 juli 2007

Van der Poel orgel

Eindelijk werd het 23 juli: de dag waarop het nieuwe Van der Poel-orgel zou worden geleverd.

Al vijf jaar eerder had ik mijn oog laten vallen op de orgelprodukten van Van der Poel, een sympathieke, maar ook uiterst kundige orgelbouwer van Nederlandse bodem. Na eerst andere topmerken als Johannus, Domus en Cantor te hebben onderzocht kwam ik uit bij Van der Poel die naar mijn smaak en inzicht de orgels van eerder genoemde fabrikanten zeer wel overtreft in vergelijking met de klankexpressie van echte kerkorgels.

Afgelopen voorjaar werd ik geïnspireerd om de draad opnieuw op te pakken en tijdens ons bezoek aan Nederland bezocht ik hem opnieuw om in de daarop volgende weken tot een definitieve keuze te komen.

Meerdere malen heb ik mij tijdens de periode eraan voorafgaande afgevraagd of het wel echt werkelijkheid zou worden. ’t Was toch eigenlijk te mooi mooi om waar te zijn.
Maar het werd waar!
Met wat kunst en vliegwerk werd het orgel in verschillende delen door ons uit de auto getild en op z’n toekomstige plaats gezet: een zwaar klusje! Na het plaatsen van de basisunit, werd het bovenfront erop geplaatst. De dag daarop werd het orgel geïntoneerd (aangepast op de akoestische omstandigheden van de kamer).

twee disposities
Er zijn twee type orgels in dit orgel verenigd: een barokorgel, speciaal gericht op het spelen van de Duitse orgelliteratuur ten tijde van J.S.Bach en daarnaast een meer Nederlands georiënteerd orgel voor het spelen van meer romantische werken van de 19e en 20e eeuw. De registers doen dan ook dienst voor beide orgels met voor beide orgeltypes een verschillende klankkleur.

techniek
Ook al ziet het orgel eruit als een klein pijporgel, toch is het orgelgeluid geheel en al digitaal electronisch. Het binnenwerk van het orgel heeft veel verwantschap met het moederboard van een computer.
De klank van het orgel is niet gebaseerd op sampling zoals in de meeste andere digitale orgels maar op computersimulatie. Dat betekent dat de klank het resultaat is van voortdurend en complex rekenwerk waarin o.a. toets- en registerinformatie een rol spelen. Hierdoor komt het geluid over als van een echt kerkorgel.

fraai meubel
Het orgel is niet alleen een waar hoogstandje qua techniek, maar heeft ook een bijzonder mooi afgewerkte buitenkant. Het lichteiken bovenfront is voorzien van ahornhouten pijp-imitatielatten. Achter het houten front bevindt zich een dubbele unit luidsprekerboxen (8 stuks).
Aan beide kanten van de 4,5 octaaf grote, dubbele speeltafel bevinden zich 12 zwarte trekregisters, links die voor het hoofdmanuaal, rechts die voor het bovenmanuaal.
De ondertoetsen van beide klavieren zijn gemaakt van witbeuken hout, de boventoetsen van ebbehout. Het orgel is voorzien van een concaaf pedaal. De witte knoppen tussen de manualen maken onderdeel uit van een aantal zelf in te stellen geheugencombinaties van registers.

clavecimbel
Een interessant detail van het orgel is dat ik bij de samenstelling van het orgel heb gekozen om het hoofdmanuaal tevens als clavecimbel te kunnen gebruiken. Heel veel werkjes van Bach zijn geschreven voor clavecimbel en klinken heel fris daarop. Prachtig dat deze speciale mogelijkheid in ons orgel is ingebouwd. Het klinkt net als het orgel heel levensecht.

Wat voor mij 44 jaar geleden begon met een harmonium, vervolgd werd door een Viscount (ca 1968), later door een kleine Philicorda (1980) en een Johannus 230 (1985) heeft nu de vorm en klank gekregen van een waar droomorgel!

Wil je reageren? Schrijf gerust naar thv@fastmail.com Elke serieuze reactie wordt beantwoord!