22 april 2010

Jezus recht op de troon en de vloek over Jechonja

De titel van dit stukje zal mogelijk wat vreemd aandoen op het eerste gezicht.
Wie is Jechonja eigenlijk? Hij is de laatste koning van het zelfstandige tweestammenrijk Juda. Hij wordt in het boek koningen overigens met de naam Jojakin aangeduid maar het gaat wel om dezelfde persoon. Dit staat er van hem geschreven in 2 kon.24:6,8

"Jojakim ging bij zijn vaderen te ruste en zijn zoon Jojakin werd koning in zijn plaats.... Jojakin was achttien jaar oud, toen hij koning werd; hij regeerde drie maanden te Jeruzalem. Zijn moeder heette Nechusta; zij was een dochter van Elnatan uit Jeruzalem. Hij deed wat kwaad is in de ogen des HEREN, geheel zoals zijn vader gedaan had."


Vervolgens wordt hij door de koning van Babel ca 597 v Chr. gedeporteerd met z'n familie naar Babel en wordt Zedekia, een oom van Jojakin/Jechonja als vazal van de koning van Babel in diens plaats tot koning van Juda benoemd, waarna het hele volk 11 jaar later in z'n geheel in ballingschap gaat.
Dit even over zijn persoon.

Nu doet zich het volgende voor. In Jeremia hst. 22 wordt geprofeteerd van Jechonja dat geen van zijn zonen ooit op de troon van David zal zitten en over Juda zal regeren.
28 "Is Jechonja soms een afgedankte, stukgeslagen pot
,

is deze man een kruik die nergens meer toe dient?
Waarom worden hij en zijn kinderen weggeworpen,
verdreven naar een onbekend land?
29 Land, o land, luister naar de woorden van de HEER! 30 Dit zegt de HEER: Stel deze man als kinderloos te boek, schrijf dat zijn leven mislukt is, want geen van zijn nakomelingen (van zijn zaad, SV) zal ooit op Davids troon zitten en over Juda regeren.


We weten ook dat dat inderdaad zo is gegaan. Tussen Jechonja en Jozef, de man van Maria, Jezus moeder, is niemand ooit koning van Juda geweest. In het geslachtsregister van Jezus Christus in Matt.1 komen Jechonja en Jozef beiden voor. (Tussen Josia bevinden zich nog de koningen Joahaz en Jojakim, maar die worden in deze opsomming overgeslagen).


Van Jezus was geprofeteerd dat Hij een rechtstreekse afstammeling van koning David zou zijn; zie 2 Sam.7:12,13, Jer.23:5,
Maar uit bovenstaand vers Jer.22:30 blijkt dat wegens die vervloeking geen van Jechonjas lijfelijke zonen ooit koning zou zijn.

Twee zaken die elkaar dus uitsluiten, lijkt het dus. Toch werd dit probleem opgelost. En die oplossing ligt in de maagdelijke geboorte! Matt 1 laat zien dat Jezus via Jozef van David afstamde. Maar Jezus was niet Jozefs lijfelijke zoon. Jozef adopteerde Jezus als zijn zoon en op die manier erfde Jezus wettelijk het recht op de troon, ook al was Jezus niet Jozefs echte zoon. Maar het bijzondere is dat Jezus toch ook een lijfelijke zoon van David was, maar niet via Jozef, maar via Maria, zoals blijkt uit het geslachtsregister van Jezus via Maria in Luk.3:23 ev. Letterlijk wordt hier Jozef genoemd, maar dat is vanwege het feit dat alleen mannen worden vermeld en Jozef hier in de rechten van Maria treedt.
(Hoogst waarschijnlijk had Maria geen broers en ging het recht van haar vader over op haar volgens de bepalingen van de wet: lees Num.27 en 36.)

Samenvattend kunnen we dus vaststellen dat Jezus Maria's lijfelijke zoon was en via haar een direkte nakomeling van David. Via Maria is Jezus dus rechtstreeks afstammeling van David. Jezus was Jozefs wettelijke zoon door adoptie, maar niet zijn zaad, zijn lijfelijke zoon en daarom was de vloek over Jechonja niet op Hem van toepassing.

Is het niet bijzonder hoe Jezus hier met nanoprecisie de profetieën vervult op een manier die niemand ooit had kunnen bedenken. Dit is een werk van God!

Wil je reageren? Schrijf gerust naar thv@fastmail.com Elke serieuze reactie wordt beantwoord!