05 juni 2006

Is God onrechtvaardig, wreed en bloeddorstig?

Veel mensen incl. theologen maken onderscheid tussen de God van het Oude Testament en die van het Nieuwe Testament, ondanks Gods eigen aanspraken dat Hij dezelfde is, de onveranderlijke. Okay, dat betekent daarmee nog niet dat God altijd op dezelfde wijze te werk gaat, maar het is fundamenteel te beseffen dat God de onveranderlijke is bij wie geen zweem van verandering te bespeuren is.

Toch menen velen dat ze in het vernietigen van Israels vijanden in het OT een bloeddorstig God kunnen onderkennen die anders is dan de God van het NT. Voordat ik er een paar dingen over schrijf wil ik wel duidelijk maken dat ik niet de pretentie heb dit grote onderwerp even met een paar regeltjes te kunnen afdoen. Ik zie echter geen reden om er zo maar van uit te gaan dat de God die laat zien wij Hij is op andere plaatsen ten diepste zou liegen in andere delen van de Bijbel. Het op eigen houtje maar wat uitspraken doen over de God van de Bijbel vind ik knap aanmatigend. Laten we even beseffen dat als Hij werkelijk is die Hij zegt te zijn de eeuwige, onveranderlijke, Schepper van hemel en aarde dat Hij dan ook niet echt past in onze binnenzak.  Ons denkraampje laat het dan gewoon afweten. Nogmaals: God is degene die zich openbaart als de "Ik ben": vroeger, nu en straks, in eeuwige tegenwoordige tijd. "Zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid", schrijft David in Ps 136 maar liefst 25 keer als een voortdurend refrein. Dat is toch wel iets om bij stil te staan. Waarom zouden we dan opeens zo wantrouwig zijn ten opzichte van God zodra we het even niet begrijpen? Daarnaast komt deze uitspraak nog eens 17 keer voor in het OT. Het is dus niet maar even uit de lucht gegrepen dat God goed is!

Is God dan niet bloeddorstig als Hij opdracht geeft om de volken die in Kanaän wonen volledig uit te roeien? Nee, Hij is niet als een bloeddorstig wild dier, maar wel rechtvaardig! Desondanks roept hij de onrechtvaardige ertoe op om zijn verkeerde weg te verlaten (Jes 55:7) en zich tot Hem te wenden, vanuit het verlangen dat de onrechtvaardige rechtvaardig zal worden!

Maar al die volkeren dan die toch maar even worden vernietigd om Israël een plek onder de zon te geven? Is dat niet onrechtvaardig? Velen zetten God onmiddellijk in de beklaagdenbank en beschouwen zich zelf als rechter. Ja je moet maar het lef hebben!! Is het niet veeleer onnozel en gebaseerd op weinig doordachte, al te menselijke gedachten? Moeten we over vragen die rijzen bij het lezen van de Bijbel, niet veeleer diezelfde Bijbel aan het Woord laten?
God prent het zijn volk in dat zij nu in Israël zullen mogen wonen, maar niet omdat zij zo rechtvaardig zijn, maar vanwege de boze daden van die volken (De 9:3-6). En als de Israëlieten zich net zo zullen gedragen als die volkeren, dan zullen ook zij uit dat land worden verdreven (De 8:19), iets wat ook gebeurd is toen de Israëlieten naar Assur resp. Babel werden weggevoerd in 722 resp 586 v.Chr.

Overigens, de Israelieten zelf beschuldigden God ervan onrechtvaardig te zijn, maar luister eens naar Gods antwoord in Ez.18:23-31:
23 Denken jullie dat ik het toejuich als een slecht mens sterven moet? – spreekt God, de HEER. Nee, ik wil dat hij tot inkeer komt en in leven blijft.
24 En wie goed heeft geleefd, maar niet langer rechtvaardig is, onrecht doet en alle wandaden begaat van een slecht mens – moet die in leven blijven? Al zijn goede daden zullen niet langer tellen; omdat hij mij ontrouw is geworden en zonden heeft begaan, zal hij sterven.
25 Nu zeggen jullie: “De wegen van de Heer zijn onrechtvaardig!” Maar luister, Israëlieten! Ben ik het die onrechtvaardig is? Gaan júllie niet eerder onrechtvaardige wegen? 26 Iemand die rechtvaardig was maar dat niet langer is en onrecht begaat, sterft omdat hij onrecht heeft begaan. 27 Iemand die goddeloos leefde maar dat niet langer doet, mij trouw is en het goede doet, zal in leven blijven. 28 Als hij tot inzicht en inkeer is gekomen en niet langer misdaden begaat, zal hij zeker blijven leven en niet hoeven sterven. 29 De Israëlieten zeggen: “De wegen van de Heer zijn onrechtvaardig!” Ben ik onrechtvaardig, Israëlieten? Zijn júllie het niet die onrechtvaardig zijn?
30 Ik zal iedereen beoordelen naar de weg die hij gegaan is – spreekt God, de HEER. Kom tot inkeer, bega geen misdaden meer, anders brengt jullie schuld je ten val. 31 Breek met het zondige leven dat jullie hebben geleid, en vernieuw je hart en je geest. Dan hoeven jullie niet te sterven, Israëlieten!

Is daarmee alles gezegd? Nee, zeker niet! Vragen te over! Blijf ook rustig doorgaan met vragen! Daar is niks mis mee! Het is echter wijs om dat te doen vanuit het besef hoe klein wij zelf zijn en beperkt in ons denken. Bedenk tegelijkertijd hoe onvoorstelbaar groot God is die eenvoudig van zich zelf zegt dat zijn wegen onbegrijpelijk zijn (Rm 11:33) maar daarnaast ook dat zijn goedertierenheid tot in eeuwigheid is. Dat maakt dat we niet ongerust hoeven te worden over allerlei voor ons onbegrijpelijke vragen, ook al zullen een aantal daarvan tijdens ons leven hier niet beantwoord worden. De boze probeert nog altijd ons te doen geloven dat God niet degene is, zoals Hij zich aan ons heeft geopenbaard. Zo deed hij toen zo probeert hij het ook nu nog. Trap niet in die val!


Hmm.... heb je al tot zover gelezen dat stel ik je reactie uiteraard op prijs...