Afgelopen week las ik een boekje van een bekende Zweedse godsdienstpsycholoog Owe Wikström met de titel "Toccata" waarin hij allerlei gedachten uit over de betekenis van Bach's muziek.
Het is leuk om te merken hoe ook hij thuis lijkt te zijn in de muziekwereld van deze componist.
Hij schrijft over de bekende toccata i d-moll (bwv565) die hij op enig moment herkende op een perron maar daar gedeformeerd was tot mobielmelodietje met steriele tonen die ver verwijderd waren van de majestueuze orgelklanken.
Bachs muziek heeft weinig weg van de oorvlijers van vandaag, zo merkt hij op en soms kost het wat tijd voordat je het muziekthema of de melodielijn hebt gevonden. Toch is het of de af en toe ronduit zware muziek een bepaalde innerlijke zekerheid en rust overdraagt aan de (geoefende) luisteraar. Speciale stukken lijken dat des te sterker te doen. Hoe wervelend de vingers ook over de manualen bewegen, even helder, rustig en onverstoorbaar gaan de statige tonen van de pedaalpartij door in een voortdurende herhaling zoals in Bachs fantastische Passacaglia (582). Het is alsof het leven in al z'n bruisende veranderingen niets af kunnen doen aan de eeuwige grondtonen van Gods trouw en liefde voor zijn kinderen. Uiteraard is dat meer de subjectieve belevenis van mij in dit geval, maar Owe vermeldt hoe hij en ook anderen dat op een soortgelijke wijze ervaren.
Er is ook een andere paradox. Bachs muziek welt als een onaflaatbare stroom noten over het papier, maar de persoon achter de muziek blijft hoegenaamd anoniem. We weten maar heel weinig over hoe Bach zelf dacht. Hij zocht geen publiciteit of aandacht voor zich zelf. Soli Deo Gloria was het levensmotto voor zijn muzikale nijverheid. Zo anders dan velen van zijn tijdgenoten en de musici van vandaag!
Ik ervaar het als een verademing als iemand met zulk een onvoorstelbaar muziektalent als Bach er toch niet op uit was om daar voortdurend mee te pronken.
Ik ervaar het als een verademing als iemand met zulk een onvoorstelbaar muziektalent als Bach er toch niet op uit was om daar voortdurend mee te pronken.
Zijn vastigheid en rust vindt hij in zijn God, iets wat bij voortduring tot uiting komt in zijn kantates. Opmerkelijk is dat iets van die rust op zoveel mensen afstraalt die naar zijn muziek luisteren. En dat geldt niet alleen voor hen die zijn geloofsvertrouwen delen!
Wil je reageren? Schrijf gerust naar thv@fastmail.com Elke serieuze reactie wordt beantwoord!