Vanochtend was ik toe aan Rom.8 en las daar vers 14 e.v. in de Statenvertaling en Telosvertaling.
"Want allen die door de Geest van God geleid worden, die zijn kinderen/zonen van God"
Eerlijk gezegd was ik wat verbaasd toen ik in de verschillende edities van de Statenvertaling niet las "zonen" van God maar "kinderen" van God, dit in tegenstelling tot de Engelse King James Version (KJV) die wel spreekt over "sons" of God. De Naardense vertaling vertaalt "zonen en dochters" iets wat ik ook vond in het verscommentaar van de studiebijbel CvB.
Het lijkt erop of men gedacht heeft dat kinderen hetzelfde is als zonen en dochters, maar dan ontgaat ons m.i. toch een belangrijk onderscheid.
W.E. Vine plaatst m.i. terecht heel duidelijk kinderen en zonen tegenover elkaar en ik geef hieronder zijn vertaalde commentaar weer:
"De Here Jezus gebruikte huios [Griekse woord voor 'zonen'] op een zeer betekenisvolle wijze, zoals in Matt. 5:9," Zalig zijn de vredestichters, want zij zullen zonen *) van God worden genoemd, 'en vv. 44, 45, 'Hebt uw vijanden lief en bid voor hen die u vervolgen; opdat gij zonen *) moogt worden van uw Vader, Die in de hemelen is'. De discipelen werd niet gezegd dat ze deze dingen moesten doen om kinderen van God te worden, maar dat zij zich als Gods kinderen - en let erop dat God in het gehele gedeelte al hun Vader wordt genoemd! - dit feit van hun kindschap manifest maken in hun karakter en daardoor "zonen van God" worden. Het verschil tussen gelovigen als "kinderen van God" en als "zonen van God" wordt des te meer helder in Rom. 8:14-21. De Geest getuigt met hun geest dat ze "kinderen van God," zijn en als zodanig zijn zij Zijn erfgenamen en mede-erfgenamen van Christus. Dit benadrukt het feit van hun geestelijke geboorte (vs. 16, 17). Anderzijds staat er : "Want allen die door de Geest Gods geleid worden, zijn zonen van God", dat wil zeggen "dat geldt voor hen maar niet voor anderen". Hun gedrag geeft blijk van de waardigheid van hun relatie en hun gelijkenis met Zijn karakter." (naar Vine's Expository Dictionary of New Testament Words, 1978, Vol.4 pag. 48,49)
*): dit onderscheid in Matteus 5 komt in het Nederlands alleen maar in de Telosvertaling tot uitdrukking. Alle anderen hebben vertaald met "kinderen" ipv met "zonen" zoals het er letterlijk staat!
In de grondtekst wordt het Griekse woord huioi=zonen of tekla=kinderen weergegeven. In onderstaande tabel wordt duidelijk hoe deze woorden in de verschillende vertalingen zijn weergegeven. NB! In deze verzen is er geen onderscheid tussen de Textus Receptus en de Kritische Tekst als grondtekst.
Mijn persoonlijke conclusie is dat de Telosvertaling deze verzen toch wel het meest getrouw en accuraat weergeeft en dat de NBG51 wat dit gedeelte betreft is te verkiezen boven de Statenvertaling, enigszins tegen mijn persoonlijke verwachting in.
betekenis
Zou het zonder betekenis zijn dat hier soms over zonen soms over kinderen wordt gesproken? Nee, ik meen van niet.
Wie hier Rom.8 goed leest, beseft dat het hier over broeders gaat oftewel gelovigen, wedergeborenen. Als gelovigen worden wij gemaand om niet naar het vlees te leven, dat wil zeggen niet naar wat ons eigen ik wil dat zich afhankelijk van het humeur zo wisselend kan voordoen en kan reageren op basis van wat dat grote IK vindt, het ik dat het in ons hart voor het zeggen heeft en eigenlijk voor niemand opzij wil gaan. Dat ik noemt Paulus hier "het vlees" en hij waarschuwt ons dat als wij niet opgroeien in de genade maar voortgaan met naar de wetten van ons eigen ik te blijven leven net als voordat we Christus leerden kennen, dat wij dan sterven zullen. Alleen als wij door de Heilige Geest in ons de natuurlijke werkingen van ons lichamelijk leven doden, zullen wij het leven van God in ons gaan vertonen. Dan wordt het leven met Hem het voornaamste in ons leven. Dat zoonschap spreekt van rijping en toenemende volwassenheid waardoor wij niet langer puur gericht zijn op ons eigen aardse leven maar vooral ook dagelijkse omgang met de Vader zoeken, ons bezig willen houden met dat wat belangrijk is voor Hem en zoeken om Hem te mogen behagen.
Het onderscheid tussen kind worden en zoonschap is daarom van grote betekenis. Het mooiste voorbeeld is natuurlijk onze Heer Jezus, de ware Zoon van God, die al als jonge jongen reageerde "wist u niet dat Ik in de dingen van mijn Vader moet zijn" (Luk.2:49). In alles deed Hij de wil van Zijn Vader. In Zijn voetstappen mogen ook wij leren wandelen.
In Rom 8 vers 23 gaat het volgens de grondtekst letterlijk om de "adoptie tot zonen" (Gr: huiothesian; hierin wordt het woord huioi=zonen duidelijk zichtbaar).
De NBV vertaalt met "dat we kinderen van God zijn" en slaat de plank daarmee helemaal mis; NBG vertaalt "zoonschap", de (H)SV met "aanneming tot kinderen", Luther met "Kindschaft", de KJV met "adoption, to wit" (adoptie tot verstand, inzicht, begrip)en LS met l´adoption. Zie nader onderstaand overzicht.
Interessant is de vertaling van de KJV waaruit blijkt dat geadopteerd wordt tot iets, tot verstand, inzicht, begrip! Daarvan is nog geen sprake bij een pasgeboren kind maar wel bij zonen en dochters die door opvoeding tot inzicht en begrip van zaken zijn gekomen.
Het is erg jammer dat dit prachtige onderscheid tussen kinderen en zonen in de Statenvertaling niet tot uitdrukking is gekomen.... Waarom weet ik niet.
De allerbelangrijkste vraag blijft echter niet alleen of we dit onderscheid kennen maar of het ook een levende werkelijkheid voor ons is.
Wil je reageren? Schrijf gerust naar thv@fastmail.com Elke serieuze reactie wordt beantwoord!